Understand spoken Dutch

Adverbs Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
In the middle of this there was a duck in her nest, who had to hatch her young; but it almost bored her, it took so long, before the ducklings hatched.

Te midden hiervan zat in haar nest een eend, die haar jongen moest uitbroeden; maar het begon haar bijna te vervelen, zo lang duurde het, eer de jongen uitkwamen.

I don’t wear a tie.

Ik draag geen das.

so cute

zo schattig

Another drink?

Nog een borrel?

they had only the roof to cover them, through which the wind was howling, although the largest holes had been plugged with straw and rags.

boven zich hadden zij slechts het dak, waardoor de wind heenfloot, al mochten de grootste reten ook met stro en lompen dichtgestopt zijn.

hard-working

hardwerkend

What’s your height?

Wat is je lengte?

She suddenly kissed me.

Plots kuste ze me.

very battered

heel gehavend

It shatters to pieces.

Het spat uit elkaar.

She’s already over there.

Ze is ginder al hé.

Where can I pray?

Waar kan ik bidden?

flatly refused

botweg geweigerd

A one-way ticket, please.

Enkele reis, graag.

It turned its head to put it under his wings; but at the same moment there was a terribly big dog close to the duckling.

Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde ogenblik stond er een vreselijk grote hond dicht bij het eendje.

A single match would do her good, if she would dare to take one from a box, strike it against the wall to warm her fingers.

Één enkel lucifertje zou haar wel goed doen, als zij er maar één uit een doosje durfde nemen, dit tegen den muur afstrijken en zich de vingers daaraan warmen.

Tom sneezed violently.

Tom niesde heftig.

quite by accident

heel toevallig

I take it apart.

Ik haal het uit elkaar.

What an angel.

Wat een engeltje.