Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I knew you’d come.	Ik wist wel dat je zou komen.
	but she didn’t think about that	maar daaraan dacht zij niet
	with it	ermee
	Why don’t you come?	Waarom kom je niet?
	Let me see.	Laat me eens zien.
	Who else is going with us?	Wie gaat er nog meer met ons mee?
	How old are you? (formal)	Hoe oud bent u?
	She didn’t know what she could do here.	Ze wist niet wat ze hier zou kunnen doen.
	to be well off	goed af zijn
	I’ll come back.	Ik kom terug.
	I’ll be right back.	Ik kom zo terug.
	What’s her name?	Wat is haar naam?
	Let me see the egg!	Laat mij het ei eens zien!
	When do you return home?	Wanneer kom je terug naar huis?
	on the way	onderweg
	What a big dog!	Wat een grote hond!
	Yanni knew what he had to do.	Yanni wist wat hij moest doen.
	Eat something.	Eet iets.
	late	te laat
	What time?	Hoe laat?