Waarom was je te laat in de les?
Hoeveel talen wil je leren?
We gingen samen winkelen.
Je bent een erg rijk persoon.
Hoe kom ik bij het centrum?
Misschien zag Tom Mary.
Waarom blijft dit gebeuren?
Hoeveel talen heb je geleerd?
want ziet, hoe rijk het leven is
Tom wil niet dat Mary hem helpt.
Is dat wat er met Tom is gebeurd?
Tom kwam heel dronken thuis.
Ik kan geen wijn meer drinken.
Plof! daar sprong zij in het water.
“Het doet immers niemand kwaad!”
Wat kost het om naar Brussel te gaan?
Alleen de waarheid is schoon.
Hoe groot is je slaapkamer?
Wat gaat er met Yanni gebeuren?
Het was heerlijk buiten op het land.