Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I don’t know whether you like her or not.	Ik weet het niet of je van haar houdt of niet.
	Tom doesn’t want to sell his farm.	Tom wil zijn boerderij niet verkopen.
	It felt like a heart attack.	Het voelde als een hartaanval.
	How do I get to the bus station?	Hoe kom ik bij het busstation?
	I don’t think Tom would ever say something like that.	Ik denk niet dat Tom ooit iets zoals dat zou zeggen.
	Can you tell me where the station is?	Kun je me vertellen waar het station is?
	Can you tell us more about your company?	Kan je ons meer vertellen over je bedrijf?
	I am scared.	Ik ben bang.
	Wait a second.	Wacht even.
	How do you know Tom?	Hoe ken je Tom?
	to be scared of	bang zijn voor
	one year later	één jaar later
	two days later	twee dagen later
	half an hour later	een half uur later
	Do you know Tom by any chance?	Ken je Tom toevallig?
	No, I don’t know the lesson.	Nee, ik ken de les niet.
	Who are you afraid of?	Voor wie ben je bang?
	Why isn’t Tom tired?	Waarom is Tom niet moe?
	the whole system	het hele systeem
	I’m not scared of anything.	Ik ben van niets bang.