Het is niet mijn vak.
Is dit wat je zocht?
Voor wie ben je bang?
Ik ben van niets bang.
Mogen we hier zitten?
Maak je geen zorgen.
toen we het idee hadden
Hij is altijd op tijd.
zes maanden geleden
Ze hebben al gegeten.
twee maanden geleden
Ik drink te veel koffie.
Die mensen daar ken ik niet.
Waarom doen we het nu niet?
Eet je graag knoflook?
Tom heeft niet gegeten.
Ik ben bang om alleen te zijn.
Tom heeft niets gegeten.
Ik heb al genoeg gegeten.
Hoe kom ik bij het station?