Understand spoken Dutch

Adjectives Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
my vocabulary is limited

mijn vocabulaire is beperkt

And the tomcat, whom she called her son, could arch his back and purr; he even gave sparks, but then one had to stroke his hair the wrong direction.

En de kater, die zij haar zoontje noemde, kon een hoge rug zetten en spinnen; hij gaf zelfs vonken van zich, maar dan moest men zijn haar de verkeerde kant opstrijken.

political science

politieke wetenschappen

That girl who’s wearing a scarf is a virgin.

Dat meisje dat een sjaal draagt, is maagd.

Dogs are smarter than we think.

Honden zijn slimmer dan we denken.

room with a shared bathroom

kamer met een gedeelde badkamer

This word comes from French.

Dit woord is van Franse herkomst.

A reconstruction of an eventful day.

Een reconstructie van een bewogen dag.

You have killed something pure and defenceless.

Je hebt iets reins en weerloos gedood.

personal skills

persoonlijke bekwaamheden

a very reasonable price

een heel schappelijk prijsje

professional equipment

professionele apparatuur

Was that decision overdone?

Was die beslissing overdreven?

an overloaded emergency service

een overbelaste spoeddienst

She again struck a match on the wall, and again it became bright around her; in the brightness stood her old grandmother, clear and shining, yet loving in her appearance.

Zij streek weer een lucifertje tegen den muur af, het werd weer helder, en in den glans daarvan stond haar oude grootmoeder, helder en glinsterend, vriendelijk en liefderijk.

Can you write that down for me?

Kunt u dat voor me opschrijven?

Tom isn’t Mary’s chauffeur anymore.

Tom is niet langer Mary’s chauffeur.

It exploded with a loud noise.

Het ontplofte met een luide knal.

foreign special forces

buitenlandse speciale eenheden

These empty boxes take up too much space.

Die lege kisten nemen te veel plaats in.