Wie is de eerste?
Wat een grote hond!
Dat is wel genoeg.
vijf voor half drie
vijf voor half zeven
Hoe laat gaat het open?
een beetje
een beetje geld
Heen-en-terug, graag.
Waar gaat deze bus heen?
als ik daar heen zou gaan
Tom is bijna zo lang als ik.
Yanni heeft een auto nodig.
Ik heb een nieuwe auto nodig.
Wie ben ik om dat te zeggen?
En zo ging het eendje dan heen
een beetje meer alstublieft
“Wil je dat nu wel eens laten?” zei de moeder.
Jan is dood.