dacht het kleine meisje
Mag ik wat meer?
En zo waren zij er dan zo goed als thuis.
Niemand weet hoe lang hij zal leven.
eenenvijftig
zesenvijftig
zesentachtig
eenentachtig
achtenvijftig
tweeënvijftig
drieënvijftig
vierenvijftig
vijfenvijftig
achtentachtig
tweeëntachtig
drieëntachtig
vierentachtig
vijfentachtig
vijftigduizend
negenenvijftig