Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"a" Practice Lesson
"a" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
a sweet, small, black kitten
een lief, klein, zwart katje
He has a body piercing.
Hij heeft een piercing.
“That’s not possible,“ said the duckling’s mother; “It is not beautiful, but it has a good heart and swims just as good as the others, yes, I must say, even better.
“Dat gaat immers niet,” zei de moeder van het eendje; “het is wel niet mooi, maar het heeft een goed hart en zwemt even flink als al de anderen, ja, ik moet zeggen, nog beter.
a fun package
een pretpakket
He dug a hole in the garden.
Hij groef een gat in de tuin.
a shooting
een schietpartij
a toothpick
een tandenstoker
a toaster
een broodrooster
The bird ate a worm from the garden.
De vogel at een worm uit de tuin.
to fill in a form
een formulier invullen
a small implant
een klein implantaat
a thick layer of soot
een dikke roetlaag
a water cannon
een waterkanon
a female cook
een vrouwelijke kok
an increase in tinnitus
een toename van oorsuizen
A storm breaks loose.
Een storm barst los.
a scientist
een wetenschapper
a cemetery
een begraafplaats
a nationality
een nationaliteit
I know Tom is a butcher.
Ik weet dat Tom een slager is.
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
53
Page
54
Page
55
Page
56
Current page
57
Page
58
Page
59
Page
60
Page
61
…
Next page
Next ›
Last page
Last »