"a" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	a big banner	een groot spandoek
	a few seconds later	een paar tellen later
	a very pretty woman	een heel knappe vrouw
	Work with a partner.	Werk met een partner.
	a calibrated scanner	een geijkte scanner
	A great hunt was held; the hunters lay around the swamp; yes, some sat up in the branches of the trees, which stretched far over the reed.	Er werd een grote jacht gehouden; de jagers lagen rondom het moeras; ja, enigen zaten boven in de takken der boomen, die zich ver over het riet uitstrekten.
	I want a dish with ham.	Ik wil een gerecht met ham.
	a powder keg	een kruitvat
	a spectator	een toeschouwer
	a company	een onderneming
	Can I book a table?	Kan ik een tafel boeken?
	Can I book a seat?	Kan ik een stoel boeken?
	a curse	een vervloeking
	a shot	een schampschot
	a narrow stone staircase	een smalle stenen trap
	an advertisement	een advertentie
	a frugal sip of tea	een zuinig slokje thee
	to take an exam	een examen afleggen
	an absence	een afwezigheid
	to pay in no time	betalen in een mum van tijd