Understand spoken Dutch

"a" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Tom is a potato farmer. Tom is een aardappelboer.
Tom bought himself a new guitar for Christmas. Tom kocht een nieuwe gitaar voor Kerstmis.
The elegant lady ordered a glass of red wine. De deftige dame bestelde een glas rode wijn.
Math is a piece of cake for her. Wiskunde is voor haar een peulenschil.
It seems as though we have a mole in our midst. Het schijnt dat we een mol in ons midden hebben.
The truck made a sharp turn to the left. De vrachtwagen nam een scherpe bocht naar links.
a managerial position een leidinggevende functie
A large truck obstructed the view. Een grote vrachtwagen versperde het zicht.
on the third landing a door stood ajar op de derde overloop stond een deur op een kier
The city has an illustrious history. De stad heeft een roemruchte geschiedenis.
Learning this language is a piece of cake. Het leren van deze taal is een peulenschil.
There is a restriction in the number of participants. Er is een beperking aan het aantal deelnemers.
The couple gave their children a substantial gift. Het paar deed een forse schenking aan hun kinderen.
The judge will make a ruling concerning the case. De rechter zal een uitspraak doen inzake de zaak.
a water level of one and a half meters high een waterpeil van anderhalve meter hoog
My appointment as a team leader is an honour. Mijn aanstelling tot teamleider is een eer.
The awarding of the medal was a great honour. De toekenning van de medaille was een grote eer.
I don’t think that’s a good investment. Ik denk niet dat het een goede investering is.
We all thought Tom was having a heart attack. We dachten allemaal dat Tom een hartaanval kreeg.
A loan can help buy a house. Een ontlening kan helpen bij het kopen van een huis.