Audio - Google text-to-speech

English Sort descending	Dutch	Learn
That’s Tom’s son.	Dat is de zoon van Tom.	Learn
That’s what the doctor said.	Dat is wat de dokter zei.	Learn
That’s when my trouble first began.	Dat was wanneer mijn ellende begon.	Learn
That’s why I asked.	Vandaar vroeg ik het.	Learn
The abduction ended with a police rescue operation.	De ontvoering eindigde met een bevrijdingsactie van de politie.	Learn
the ability	het vermogen	Learn
the abortion	de abortus	Learn
The absence was unexpected.	Het verzuim was onverwacht.	Learn
the absolute leaders	de absolute koplopers	Learn
the abuse	het misbruik	Learn
the abuser	de misbruiker	Learn
the abyss	de afgrond	Learn
The abyss has swallowed him up.	De afgrond heeft hem verzwolgen.	Learn
The abyss seemed bottomless.	De afgrond scheen bodemloos.	Learn
the academic year	het academisch jaar	Learn
the academy	de academie	Learn
The accent of the word is on the second syllable.	Het woordaccent ligt op de tweede lettergreep.	Learn
the accession	de toetreding	Learn
the accession of Ukraine	de toetreding van Oekraïne	Learn
the accident	het ongeval	Learn