zal
ik zal
Niemand weet hoe lang hij zal leven.
Tom zal te laat zijn.
Ik zal het niemand vertellen.
Ik weet niet of dit genoeg zal zijn.
Ik zal wijn brengen.
Ik zal het laatste woord hebben.
Hoe zal ik met deze pijn kunnen leven?
Het zal niet gemakkelijk zijn voor jou.
Als je hard voor jezelf bent, zal het leven gemakkelijk voor je zijn.
Ik zal mijn best doen.
Ik zal niet voor Tom werken.
Drink iets en je zal je beter voelen.
Welk team zal de wedstrijd winnen?
Dat litteken zal hij altijd houden.
Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
Ik zal het Tom morgen vragen.
Tom zal het je uitleggen.
Ik zal je een paar foto’s laten zien.