Zij stegen zo hoog, zo hoog, dat het het lelijke jonge eendje wonderlijk te moede werd
Daar werd er op de stadspoort geklopt, en de oude koning ging er heen, om haar open te doen.
En de lucifers schitterden met zulk een glans, dat het helderder werd dan midden op de dag.
Het eendje kende die prachtige beesten en werd door een eigenaardige treurigheid aangegrepen.
En zij klapten in de handen en dansten in de rondte, liepen naar hun ouders toe, en er werd brood en koek in het water geworpen
“Piefpafpoef!” klonk het juist, en de beide wilde genten vielen dood in het riet neer, en het water werd bloedrood gekleurd.
In een hoek, die gevormd werd door twee huizen, waarvan het ene een weinig meer dan het andere vooruitsprong, zette zij zich op haar hurken neer.
Het weer werd plots warmer.
Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!”
Ze werd verpleegster.
Zij streek weer een lucifertje tegen den muur af, het werd weer helder, en in den glans daarvan stond haar oude grootmoeder, helder en glinsterend, vriendelijk en liefderijk.
De schuur werd getroffen door bliksem.
zijn handschrift werd slordiger
Tom werd aangevallen door een leeuw.
Eerst laat op de dag werd het stil; maar het arme eendje durfde nog niet opstaan; het wachtte nog verscheidene uren, voordat het omkeek, en toen snelde het uit het moeras weg, zo vlug als het maar kon.
Yanni werd vrijgelaten door de politie.
Yanni werd dood verklaard in het ziekenhuis.
De kalkoen werd gevolgd door geflambeerde kerstpudding.
Het dorp werd door een heftige storm van de omgeving afgesneden.
“Het is te groot!” zeiden allen, en de kalkoense haan, die met sporen ter wereld gekomen was en daarom dacht, dat hij keizer was, blies zich op als een schip met volle zeilen en kwam op hem af; toen klokte hij en werd zijn kop vuurrood.