dit dorp, ik weet nog hoe het was
maar het is waar ik geboren ben
de boerenkind’ren in de klas
het vee, de boerderijen
waarop een kerk, een kar met paard
een kroeg, een juffrouw op de fiets
het raadhuis met een pomp ervoor
thuis heb ik nog een ansichtkaart
een kar die ratelt op de keien
een slagerij J. van der Ven
een zandweg tussen koren door
het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets
Vers 1 (Het Dorp)