Understand spoken Dutch

Verbs (simple past) 5 Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
We all thought Tom was having a heart attack.

We dachten allemaal dat Tom een hartaanval kreeg.

it swam in the water, dived under with his head, but was treated with contempt by all other animals, because of its ugly appearance.

het zwom in het water, het dook met zijn kopje onder, maar door alle dieren werd het om zijn lelijkheid met minachting bejegend

Tom broke his neck.

Tom brak zijn nek.

A great hunt was held; the hunters lay around the swamp; yes, some sat up in the branches of the trees, which stretched far over the reed.

Er werd een grote jacht gehouden; de jagers lagen rondom het moeras; ja, enigen zaten boven in de takken der boomen, die zich ver over het riet uitstrekten.

Because of the fall, he broke a bone in his leg.

Door de val brak hij een bot in zijn been.

the water dripped from her hair and clothes

het water droop haar uit het haar en de kleren

for they believed themselves to be half the world, and the better half too.

want zij dachten, dat zij de helft waren, en verreweg de beste helft

And immediately an old duck flew to the poor beast and bit it in the neck

En terstond vloog er een oude eend naar het arme beest toe en beet het in de nek.

The ducks bit it, and the chickens pinched it, and the girl who fed the beasts kicked it.

De eenden beten het, en de kippen pikten het, en de meid, die de beesten eten moest geven, schopte het.

Shivering with cold and hunger, the poor little girl crept along as the picture of pitty and misery.

Sidderend van koude en honger sloop de arme kleine voort als een beeld van jammer en ellende!

It ran across fields and pastures; but there was such a violent storm that had trouble standing on its feet.

Het liep over veld en weiden; maar er woei zulk een hevige storm, dat het werk had om op zijn poten te blijven staan.

Do unto others as you would have them do unto you.

Bejegen anderen zoals je graag door hen bejegend wil worden.