het is
hij is
zij is
Hoe is zij?
ik zal
Wat is er te doen?
Het is tien over acht.
Dit is mijn moeder.
Het is vijfentwintig over acht.
Hoe gaat het?
Hoe gaat het met je?
Tom heeft iets nodig.
Wie is het?
“Denk je, dat dit de hele wereld is?” zei de moeder.
Welke dag is het?
Niemand weet hoe lang hij zal leven.
Waar is het hoofd?
Waar is zijn vader?
Hoe gaat het met je vader?
Iedereen gaat.