Deze zijn van Tom.
zij zijn
Zijn ze er nog?
Zij hebben het al.
Deze kinderen zijn ook van Tom.
wij zijn
Waar zijn mijn ouders?
Ze zijn niet zo goed in hun werk.
We zijn op weg naar huis.
Op een dag zullen we het weten.
We hebben het vaak over het weer.
Nu, dat zullen we wel eens te weten komen!
Welke kleur zijn zijn ogen?
Welke kleur hebben je ogen?
Hier zullen ze ons nooit vinden.
We hebben al veel geleerd.
jullie zijn
Ze zullen niet ver komen.
Wat hebben jullie daar?
We hebben drie minuten.