Ik kom terug.
Ik kom zo terug.
Wanneer kom je terug naar huis?
ik zoek
op zoek
woonkamer
Waar woon je?
Ik vind dat leuk.
Ik zoek een oude man.
Ik woon niet graag in de stad.
De politie is op zoek naar Tom.
Ik woon al drie jaar in Nederland.
Ik kom snel terug.
Spreek je Engels?
Ik drink veel wijn.
Ja, ik spreek Engels.
Drink iets met me Tom.
Dit is wat ik drink wanneer ik bij Tom ben.
Maak je geen zorgen.
Ik drink te veel koffie.