Verbs (past participle) Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	made	gemaakt
	been	geweest
	accustomed	gewend
	cheated	bedrogen
	happened (past participle)	gebeurd
	injured	gewond
	not recommended	afgeraden
	stumbled	gestruikeld
	had	gehad
	cheated	bedroog
	slept	geslapen
	ended	eindigde
	spoken	gesproken
	taken	getrokken
	read (past participle)	gelezen
	planned	gepland
	gone	foetsie
	caught	betrapt
	expired	verlopen
	won	gewonnen