te tellen
Ik wil vrijen.
Tom niesde heftig.
Ik had niet moeten bellen.
ze kletst je de oren van het hoofd
We zouden een oude dame gaan bezoeken.
Zijn vrouw zit voortdurend aan zijn kop te zeuren.
‘Schiet!’ beval Elisa en de koning liet de pees van de boog los.