te sluiten
voor te stellen
Ik heb je al betaald.
Ik heb ontslag genomen.
Yanni praatte met iedereen.
Aan wie heb je het boek gegeven?
Yanni heeft de popcorn betaald.
Als je niet oplet, krijg je nog een boete.
We dachten allemaal dat Tom een hartaanval kreeg.