Tom at een slaatje.
gestoomde wortelen
Pel de komkommers.
een schotel rauwe groenten en dipsaus
gefrituurde ajuinen
Ik was zo kalm als een komkommer.
Sami legde de aubergines in de koelkast.
Het was zomer, het koren was rijp, het hooi stond op de groene weiden aan oppers, en de ooievaar liep op zijn lange, rode poten en praatte Egyptisch; want deze taal had hij van zijn moeder geleerd.
Nu nam de prins haar tot vrouw; want nu wist hij, dat hij een echte prinses bezat, en de erwt kwam in het kabinet van zeldzaamheden, waarin zij nog te zien is, als niemand haar ten minste gestolen heeft.