morgen
Tot morgen.
overmorgen
morgenavond
Welke dag is het morgen?
Ik ga morgen winkelen.
Tom gaat morgen winkelen.
Ik zal het Tom morgen vragen.
Ik wens je wat hoop en wat uitzicht op morgen.
We gaan skiën morgen.
Ga je morgen vertrekken?
We gaan morgen verhuizen.