zij kon in de kamer zien
Laat mij het ei eens zien!
Ik zou dat wel eens willen zien.
Ik zou haar elke dag willen zien.
Mag ik de kamer eerst zien?
Mogen we de wijnkaart zien?
Mag ik een menu zien?
Mogen we het menu zien?
Mag ik de keuken zien?
“Laat mij het ei, dat niet wil opengaan, eens zien!” zei de oude eend.
met flink veel glas, dan kun je zien
liet het zijn scherpe tanden zien en
En wat nog prachtiger om te zien was
Ik zeg je de waarheid, al vind je dit ook niet prettig, en daaraan kan men zien, wie zijn ware vrienden zijn
Ik zal je een paar foto’s laten zien.
ze zien de televisiequiz
en zodra deze niet meer te zien waren, dook het onder tot op de grond en toen het weer boven kwam, was het als buiten zich zelf
Duizenden lichten brandden er op de groene takken, en bonte prenten, zoals die, welke er voor de winkelramen te zien waren, zagen op haar neer.
“De andere eendjes zien er allerliefst uit,” zei de oude eend; “doe maar, alsof je thuis waart, en als je een palingkop vindt, dan kun je die wel aan mij brengen.”
Ik moet dat rapport vandaag zien.