houden
te houden
het wist zelf niet, hoe het zich zou houden
En zij streek al de lucifers uit het doosje af, want zij wilde haar grootmoeder zo graag bij zich houden.
contact houden
Dat litteken zal hij altijd houden.
Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
Mijn kinderen houden erg van het verhaal van Sneeuwwitje.
“Nee, het is geen kalkoen,” dacht de oude eend; “kijk eens, hoe ferm hij met zijn poten slaat en hoe recht hij zich weet te houden!”
Maak geen beloftes waar je je niet aan kunt houden.
Zo’n 1000 werknemers in het gareel houden, het vereist een strakke planning.