hebben
Welke bus moet ik dan hebben?
Ik zal het laatste woord hebben.
Dat is het laatste dat we nodig hebben.
Zo kwam hij dan weer thuis en was treurig, want hij wilde toch zo heel graag een echte prinses hebben.
Nee, maar we hebben wel een grote zolder.
schulden hebben
iets onder de knie hebben
Dan mag je ook geen mening hebben, als verstandige lieden met elkaar spreken.
“Dat is wel mogelijk, maar het is te groot en ziet er zo vreemd uit,” zei de andere eend, “en daarom moet het eens een pikje hebben.”
het magertjes hebben
“Kijk eens! Nu moeten wij nog het aanhangsel krijgen, alsof wij al niet talrijk genoeg waren! En foei! wat ziet dat ene eendje er uit! Dat willen wij hier niet hebben!”
we hebben nood aan samenhorigheid
We hebben beslist om opheldering te vragen.
U mag geen geslachtsgemeenschap hebben met uw schoondochter.