Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"they" Practice Lesson
"they" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
they are
zij zijn
they were
zij waren
They already have one.
Zij hebben het al.
And so they were as good as home.
En zo waren zij er dan zo goed als thuis.
“The world is so big!” all the young ones said; because now they had much more space than in the egg.
“Wat is de wereld toch groot!” zeiden al de jongen; want nu hadden zij heel wat meer plaats dan in het ei.
They’re waiting.
Zij wachten.
they are all beautiful except that one
zij zijn allemaal mooi, behalve dat ene
and they all said: “That new one is the most beautiful of all!”
en zij zeiden allemaal: «Die nieuwe is nog de mooiste!
They have a tortoise.
Zij hebben een schildpad.
“Listen, companion!” they said; “You are so ugly that you fit well with us.”
“Hoor eens, kameraad!” zeiden zij; “je bent zo lelijk, dat je goed bij ons past.”
Now the tomcat was the master of the house, and the hen was mistress, and they always said, “We and the world,”
En de kater was heer in huis, en de kip was er zo goed als vrouw, en altijd zeiden zij: «Wij en de wereld!»
And that is what they did; but the other ducks around looked at them and said to each other:
En dat deden zij; maar de andere eenden in de rondte bekeken ze en zeiden tegen elkaar:
Their legs went by themselves, and they were all in the water; even the ugly, greyish duckling swam along.
Hun poten gingen van zelf, en allen waren zij in het water; zelfs het lelijke, grauwe eendje zwom mee.
They clapped their wings, and swam proudly in the water.
Zij klapten met hun vleugels en zwommen fier in het water.
They all look exactly like their father; but that rascal doesn’t even come to visit me.
Zij lijken allemaal precies op hun vader; maar die ondeugd komt mij niet eens bezoeken.
but the duckling thought they would harm him; and in his fear he flew into the milk pail, so the milk was splashed all over the room
maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte
She rarely got visitors, because the other ducks preferred to swim in the canal, than to come out of the water to talk to her.
Daarbij kreeg zij zelden bezoek, want de andere eenden zwommen liever in de gracht rond, dan dat zij eens uit het water kwamen om met haar te praten.
They’re traitors.
Zij zijn verraders.
they choose two teams
zij kiezen twee ploegen
they laughed and screamed
zij lachten en schreeuwden
Pagination
Current page
1
Page
2
Page
3
Next page
Next ›
Last page
Last »