het lijf
het gebruik
het gerecht
het kantoor
het internet
Het geld ligt op de tafel.
Tom woont in het hart van de stad.
Eindelijk ging het grote ei open.
Als ik het geld had, zou ik een nieuw huis kopen.
De hemel mag weten, wat er in het bed geweest is!
Eindelijk ging het ene ei na het andere open.
En zij streek al de lucifers uit het doosje af, want zij wilde haar grootmoeder zo graag bij zich houden.
het ijs
het dier
het glas
het plan
het recht
het project
Het ijs is heel dik.
het antwoord