Understand spoken Dutch

"that" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
he was angry that I hadn’t done it

hij was boos dat ik het niet deed

I don’t think it was a coincidence

ik denk niet dat het toeval was

See, that is true history!

Zie, dat is een ware geschiedenis!

According to Tom, that’s not going to happen.

Volgens Tom gaat dat niet gebeuren.

He will always have that scar.

Dat litteken zal hij altijd houden.

Do you know anybody who works in that building?

Ken jij iemand die in dat gebouw werkt?

There was always something that was a bit not quite right.

Altijd was er iets, dat niet geheel in de haak was.

Yes, that is a turkey egg!

Ja, dat is een kalkoenenei!

I don’t think that was a wise decision.

Ik denk niet dat dat een verstandige beslissing was.

You can trust him to keep his word.

Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.

And the mother said, “I wish you went away from here!”

En de moeder zeide: “Ik wou, dat je maar ver hier vandaan waart!”

“Listen, companion!” they said; “You are so ugly that you fit well with us.”

“Hoor eens, kameraad!” zeiden zij; “je bent zo lelijk, dat je goed bij ons past.”

And that is what they did; but the other ducks around looked at them and said to each other:

En dat deden zij; maar de andere eenden in de rondte bekeken ze en zeiden tegen elkaar:

That sounds good.

Dat klinkt goed.

but how did it help?

maar wat hielp dat?

How much time will that take?

Hoe lang gaat dat duren?

Were you married at that time?

Was je op dat moment getrouwd?

but we don’t care

maar dat kan ons niet schelen

Yanni knew his family was poor.

Yanni wist dat zijn familie arm was.

“That’s a good catch!” she said.

«Dat is een goede vangst!» zeide zij.