Understand spoken Dutch

"should; would (singular)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I knew you’d come.

Ik wist wel dat je zou komen.

She didn’t know what she could do here.

Ze wist niet wat ze hier zou kunnen doen.

Anybody could do this.

Iedereen zou dit kunnen.

Tom will never let me do that.

Tom zou me dat nooit laten doen.

I would like to see that.

Ik zou dat wel eens willen zien.

if I should go there

als ik daar heen zou gaan

he didn’t know how to behave himself

het wist zelf niet, hoe het zich zou houden

You should know that.

Dat zou je moeten weten.

I would like to see her every day.

Ik zou haar elke dag willen zien.

I’d like to live on a farm.

Ik zou graag op een boerderij willen wonen.

Tom thought it was going to hurt.

Tom dacht dat het pijn zou doen.

If I had the money, I’d buy a new house.

Als ik het geld had, zou ik een nieuw huis kopen.

I’d like to know what you plan to do.

Ik zou willen weten wat je van plan bent.

I don’t think Tom would ever say something like that.

Ik denk niet dat Tom ooit iets zoals dat zou zeggen.

I wish you could make it into something else

ik zou wel willen, dat je dat eens wat anders kon maken

I was a kid and didn’t know any better than that it would never pass

ik was een kind en wist niet beter dan dat ’t nooit voorbij zou gaan

I would rather do management now.

Ik zou nu liever management doen.

Who would be able to understand you?

Wie zou je dan kunnen begrijpen?

The only thing you should do is wait.

Het enige wat je zou moeten doen is wachten.

I’d be grateful.

Ik zou dankbaar zijn.