Restaurant 1 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the restaurant	het restaurant
	the restaurant	het restaurant
	a restaurant	een restaurant
	at the restaurant	in het restaurant
	It is a restaurant.	Het is een restaurant.
	Where is the restaurant?	Waar is het restaurant?
	the wine	de wijn
	some wine	wat wijn
	red wine	rode wijn
	the red wine	de rode wijn
	a red wine	een rode wijn
	some red wine	wat rode wijn
	a small restaurant	een klein restaurant
	I can recommend this restaurant.	Ik kan dit restaurant aanbevelen.
	Can you recommend a restaurant?	Kun je een restaurant aanbevelen?
	Can you recommend a good restaurant?	Kun je een goed restaurant aanbevelen?
	white wine	witte wijn
	the white wine	de witte wijn
	some white wine	wat witte wijn
	the kitchen	de keuken