de bus
een bus
jij was
jij bent
Mag ik wat meer?
Jij weet meer over Tom dan wie dan ook.
En zo waren zij er dan zo goed als thuis.
ik moest
jij moest
hij moest
Daar kwam het weer bij.
Yanni wist wat hij moest doen.
de lucht
de nacht
de poten
Ik zei niets.
maar ze zei niets
Ik ben nog in leven.
Niemand weet hoe lang hij zal leven.
de vader