de bedreigingen
de boodschappen
het verschijnsel
het veevoeder
Ik leg een knoop in het touw.
de feeënmoeder
liefde op het eerste zicht
liet de kip hierop volgen
de wenteltrap
de aansluitingen
Excuses voor het ongemak.
de boomstronk
in de staat van New York
het lichtblauwe plafond
het kaarslicht
de zeldzaamheden
de vreemdelingen
Ik vind de winkel niet leuk.
De winkels zijn gesloten.
Hij verwoestte de stad.