Particles Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	speaking	aan het woord
	I don’t like that shop.	Ik vind de winkel niet leuk.
	The question is whether he can do it or not.	De vraag is of hij het kan doen of niet.
	the hole	het gat
	the legs	de poten
	the bread	het brood
	the middle	het midden
	the tall woman	de lange vrouw
	Put out the light.	Doe het licht uit.
	the government	de overheid
	the last name	de achternaam
	the head (animal)	de kop
	the juice	het sap
	the language	de taal
	the eggs	de eieren
	the education	het onderwijs
	I’m going to the shop.	Ik ga naar de winkel heen.
	And so the duckling went away	En zo ging het eendje dan heen
	the eyes	de ogen
	the table	de tafel