Particles 1 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the nurse	de verpleegster
	the groceries	de boodschappen
	the dishwasher	de vaatwasser
	the consternation	de ontsteltenis
	to make something public	aan de grote klok hangen
	The room smelled of incense.	De kamer rook naar wierook.
	He groped in the dark.	Hij tastte in het donker.
	the phenomenon	het verschijnsel
	the cattle feed	het veevoeder
	The canopy provides shade.	De luifel biedt schaduw.
	I tie a knot in the rope.	Ik leg een knoop in het touw.
	The stall sells apples.	De kraam verkoopt appels.
	There’s a spider in the bathroom.	Er is een spin in de badkamer.
	the fairy godmother	de feeënmoeder
	The refrigerator is open.	De koelkast staat open.
	the Eternal, the God of heaven	de Eeuwige, de God van de hemel
	the main goals	de belangrijkste doelen
	What is the title of the book?	Wat is de titel van het boek?
	The children are causing a fuss.	De kinderen maken heibel.
	the spiral staircase	de wenteltrap