Understand spoken Dutch

"parents" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
the parents

de ouders

her parents

haar ouders

Where are my parents?

Waar zijn mijn ouders?

Do your parents know where you are?

Weten je ouders waar je bent?

She learned it from her parents.

Ze heeft het geleerd van haar ouders.

Tom helps his parents every day.

Tom helpt zijn ouders elke dag.

Did Tom tell you about his parents?

Heeft Tom je over zijn ouders verteld?

Parents should be able to choose home education for their children in every country.

Ouders moeten voor thuisonderwijs voor hun kinderen kunnen kiezen, in ieder land.

It is sad that in the Netherlands, a country known as tolerant, parents cannot make this choice.

Het is verdrietig dat in Nederland, een land dat bekend staat als tolerant, ouders deze keuze niet kunnen maken.

Are her parents divorced?

Zijn haar ouders gescheiden?

Tom makes more money than his parents.

Tom verdient meer dan zijn ouders.

And they clapped their hands and danced about, ran to their parents, and bread and cake were thrown into the water

En zij klapten in de handen en dansten in de rondte, liepen naar hun ouders toe, en er werd brood en koek in het water geworpen

My parents want to divorce.

Mijn ouders willen scheiden.

Tom went to church with his parents every Sunday.

Tom ging iedere zondag met zijn ouders naar de kerk.

Tom’s parents only stayed together for the sake of the children.

Toms ouders bleven alleen samen ter wille van de kinderen.

A daughter is a person of the female gender in relation to one or two parents.

Een dochter is een persoon van het vrouwelijk geslacht in relatie tot een of twee ouders.