Numbers 0-10 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Line twelve or line five?	Lijn twaalf of lijn vijf?
	Tom has three dogs.	Tom heeft drie honden.
	a six-year-old boy	een zes jaar oude jongen
	quarter to six	kwart voor zes
	quarter past four	kwart over vier
	quarter to nine	kwart voor negen
	It’s quarter past eight.	Het is kwart over acht.
	I’ve been married three times.	Ik ben drie keer getrouwd geweest.
	They plan to come around four o’clock.	Ze zijn van plan omstreeks vier uur te komen.
	I found one of my shoes under my bed, but I can’t find the other one.	Ik heb één van mijn schoenen onder mijn bed gevonden, maar de andere kan ik niet vinden.
	It takes two hours.	Het duurt twee uur.
	It takes five hours.	Het duurt vijf uur.
	two weeks ago	twee weken geleden
	three weeks ago	drie weken geleden
	We’ve got five cats.	We hebben vijf katten.
	I’m looking for a room with two beds.	Ik ben op zoek naar een kamer met twee bedden.
	one point five (1.5)	één komma vijf
	nought point five (0.5)	nul komma vijf
	A table for three please.	Een tafel voor drie aub.
	A table for two please.	Een tafel voor twee aub.