Nouns Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	negotiation	onderhandeling
	cattle feed	veevoeder
	porn films	pornofilms
	pollution	verontreiniging
	frying pan (long form)	koekenpan
	redesigns	herinrichtingen
	back side	achterzijde
	orally dissolving tablet	smelttablet
	dentists	tandartsen
	opposite	tegenovergestelde
	ambulance	ziekenwagen
	station manager	stationschef
	lecture hall	collegezaal
	tirade of abuse	scheldtirade
	machine gun	machinegeweer
	bruises	blauwe plekken
	sense of humour	gevoel voor humor
	scarcity of mussels	mosselschaarste
	goalkeeper	doelverdediger
	snake charmer	slangenbezweerder