Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the apple	de appel
	the month	de maand
	to be crazy about	gek zijn op
	the years	de jaren
	the choice	de keuze
	sore throat	keelpijn
	the summer	de zomer
	the owls	de uilen
	a fire	een brand
	the hotel	het hotel
	every month	elke maand
	this month	deze maand
	for years	jarenlang
	the geese	de ganzen
	the boy	de jongen
	in the summer	in de zomer
	white wine	witte wijn
	Take off your hat.	Zet je hoed af.
	the beautiful film	de mooie film
	family business	familiezaak