Understand spoken Dutch

Nouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Her job is to help customers. Haar functie is om klanten te helpen.
I’m thinking of going to Australia. Ik overweeg naar Australië te gaan.
free movement of people and goods vrij verkeer van mensen en goederen
when I was on my father’s garden path toen ik langs het tuinpad van m’n vader
client account rekening opdrachtgever
My cat is always up to mischief. Mijn kat is altijd bezig met kattenkwaad.
There are too many cars in the big cities. Er zijn te veel wagens in de grote steden.
I couldn’t anticipate that that would happen. Ik kon niet voorzien dat dat zou gebeuren.
Tom and Mary live in the same building. Tom en Mary wonen in hetzelfde gebouw.
I know Tom is a very bad driver. Ik weet dat Tom een slechte chauffeur is.
We are prisoners in our own country. We zijn gevangenen in ons eigen land.
We are thinking of buying some new furniture. We overwegen nieuwe meubels te kopen.
Am I obliged to file the declaration? Ben ik verplicht om de aangifte te doen?
I knew you were trouble the minute I saw you. Zodra ik je zag, wist ik dat je ellende zou brengen.
She stumbled over her words. Ze is gestruikeld over haar woorden.
He didn’t seem to be worried about this. Hij lijkt zich hier geen zorgen over te maken.
Here’s a list of things that Tom needs to do. Hier is een lijst met dingen die Tom moet doen.
There are trees on either side of the river. Er staan bomen aan beide kanten van de rivier.
and they clapped their hands and danced around en zij klapten in de handen en dansten in de rondte
I usually take a bath before going to bed. Meestal neem ik een bad vooraleer ik ga slapen.