de morgen
de koffie
de boeken
de streek
de fouten
de honger
de gracht
de burger
deze morgen
goedemorgen
fouten maken
hemelbedden
Ik heb honger.
schoolboeken
staatsburger
Mijn koffie is koud.
koffie met warme melk
Ik drink te veel koffie.
Mijn kind heeft honger.
Londen is een grote stad.