de rug
het ijs
de zeep
de hoop
de wind
de fout
ijskoud
het dier
het glas
het plan
Mijn fout!
in vorm zijn
om zeep helpen
een fout maken
in vorm blijven
om zeep te helpen
Het ijs is heel dik.
Mag ik een glas wijn?
Ik hoop dat hij komt.