Nouns 174 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the homeless people	de daklozen
	the dawn	de dageraad
	the government (king and ministers)	de regering
	the nightgown	de nachtpon
	the cripple	de kreupele
	the mood	de stemming
	the shred	het greintje
	the crockery	het vaatwerk
	not a shred of	geen greintje
	her nightgown	haar nachtpon
	Golden Dawn	Gouden Dageraad
	storage units	opslageenheden
	a long nightgown	een lange nachtpon
	production units	productie-eenheden
	I wasn’t in the mood.	Ik was gewoon niet in de stemming.
	The envoys arrived yesterday.	De gezanten kwamen gisteren aan.