Nouns 108 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the recruitment	de werving
	the lightning	de bliksem
	the manager	de manager
	the student	de student
	the pudding	de pudding
	the relation	de relatie
	the sheep (plural)	de schapen
	the boys	de jongens
	the penny	de aalmoes
	a student	een student
	object of ridicule	mikpunt van spot
	Are you a student here?	Ben je hier student?
	I am shearing the sheep.	Ik scheer de schapen.
	Guys, we need to talk.	Jongens, we moeten praten.
	The barn was struck by lightning.	De schuur werd getroffen door bliksem.
	Tom isn’t like other boys his age.	Tom is niet zoals andere jongens van zijn leeftijd.
	No one had bought any from her the whole day, nor had anyone given her even a penny.	Niemand had er de hele dag een van haar gekocht, niemand had haar zelfs een aalmoes gegeven.
	No one had bought one from her all day, no one had even given her alms.	Niemand had er den heelen dag een van haar gekocht, niemand had haar zelfs een aalmoes gegeven.