geen
Ik heb geen geld.
Yanni heeft geen geld.
Yanni had geen telefoon.
maar er kwamen geen eieren
Yanni heeft geen auto.
Dit is geen hoed.
Tom eet geen chocolade.
Ik eet geen vlees en vis.
“Wat is dat een verschrikkelijk groot eendje,” dacht zij; “geen van de anderen ziet er zo uit.”
Ik wist niet dat Tom geen Frans kon spreken.
Maak je geen zorgen.
Ik spreek geen Nederlands.
Geen probleem!
Er is geen bewijs.
Dat is geen probleem.
Nee, het is geen kalkoen.
Ik kan geen wijn meer drinken.
Ik eet geen varkensvlees.