het budget
het aantal
het middel
Zeg gewoon ja.
opslagruimte
vertel me iets
Ik moet slapen.
d.m.v.
Vertel me je naam.
Vertel Tom waarom.
Wij moeten slapen.
Yanni is veilig hier.
Ze waren aan het slapen.
Vertel me meer over jezelf.
Vertel mij eens iets over jezelf.
Doe gewoon alsof we hier niet zijn.
Iedere tien minuten gaat er een bus.
Ik voelde me veilig wanneer hij bij me was.
maar met iedere nacht werd het gat, waarin het zwom, al kleiner en kleiner