de wetten
Frans spreken
Spreek je Engels?
Ja, ik spreek Engels.
Yanni houdt van chocolade.
Niet iedereen houdt van sneeuw.
Waarom heeft Tom dit gekocht?
Ik weet niet of ze mij leuk vindt of niet.
Wat heeft ze in de winkel gekocht?
Weet je waarom Tom dit gekocht heeft?
Ik denk niet dat je moeder hem leuk vindt.
Ik wist niet dat Tom geen Frans kon spreken.
Ik denk dat jij dit niet zelf hebt gekocht.
Tom en Mary hebben een oude boerderij gekocht.