te nemen
te vinden
hij vroeg me
een bad nemen
Ik weet alles.
slecht weer
ik vroeg haar
Hij weet alles.
Kan Tom ons horen?
Ik kan je niet horen.
Komt het nu slecht uit?
Ik kon niemand vinden.
Yanni moet werk vinden.
Ik denk dat ik Tom kan vinden.
een beetje minder alstublieft
Hier zullen ze ons nooit vinden.
Het arme eendje had het al heel slecht.
“Verschrikkelijk slecht!” zei de prinses.