Eet iets.
eetkamer
te komen
Eet je graag kip?
Graag gedaan.
Iedereen gaat.
Wie heeft dat gedaan?
Ik heb dat niet gedaan.
Laat mij het ei eens zien!
Ik wist wel dat je zou komen.
Tom heeft het niet gedaan.
Weet je hoe ik daar kan komen?
Welke bus moet ik dan hebben?
Waarom heeft Yanni dat gedaan?
ik liep
Wie ben je?
het werk
jij liep
hij liep
op het werk