"is" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	That is really too tight.	Dat is dus echt veel te krap.
	The vacancy is filled.	De vacature is vervuld.
	This is your own fault.	Dat is jouw eigen schuld.
	He has just left.	Hij is net weggegaan.
	This is a delusion.	Dit is een waanbeeld.
	This is humiliating.	Dit is vernederend.
	Every shirt is clean.	Elk overhemd is schoon.
	Brazil is a large country.	Brazilië is een groot land.
	My cat has disappeared.	Mijn kat is verdwenen.
	Gold is more expensive than lead.	Goud is duurder dan lood.
	Mary is hysterical.	Maria is hysterisch.
	I claim that is not true.	Ik beweer dat dat niet waar is.
	Tom is Mary’s nephew.	Tom is Maria’s kleinzoon.
	Pardon me, is that seat taken?	Pardon, is die plaats bezet?
	The die is cast.	De teerling is geworpen.
	She is very eager to learn.	Ze is heel leergierig.
	The table is set for three.	De tafel is gedekt voor drie.
	His overcoat is worn out.	Zijn overjas is versleten.
	it is more annoying	het is wel vervelender
	It’s the perfect opportunity.	Het is de ideale gelegenheid.